op de hoogte brengen (v) (informatie) | faire part de (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | informer (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | mettre au courant de (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | communiquer (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | aviser (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | informer de (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | notifier (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | aviser de (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | renseigner sur (v) (informatie) |
op de hoogte brengen (v) (informatie) | avertir (v) (informatie) |